Dit is het tweede blog over mijn Queeste. Ik heb eind 2022 drie middelbare scholen bezocht, om een antwoord te vinden op mijn vraag: wat voor docent Nederlands zou ik willen zijn? In het eerste blog heb ik mijn ervaringen bij het WLG gedeeld. Petra Graus is een oud-studiegenoot en docent Nederlands op de Vrijeschool Zutphen. Ze geeft les in zowel de onderbouw als de bovenbouw. Ze werkt hier sinds 2017. Op 14 november 2022 liep ik een dag met haar mee. In dit blog aandacht voor de middelbare Vrijeschool Zutphen: welke parels vind ik hier bij het vak Nederlands?

Antroposofie 

Een parkachtige omgeving, grote picknickbanken buiten, een openluchttheater. Vanuit elke plek in de school kunnen de 1200 leerlingen er naar buiten kijken. Zo kunnen ze zich in contact voelen met de natuur. Het schoolgebouw van de vrijeschool in Zutphen is op een antroposofische manier gebouwd. De grondlegger van de vrijeschool is Rudolf Steiner. De eerste vrijeschool is in 1906 in Duitsland gesticht, op basis van de antroposofie, die ieder mens beschouwt als authentiek en als onderdeel van de natuur. 

Op dit moment bestaan er vrijescholen over de hele wereld, zowel voor primair als secundair onderwijs. Zelfs in China bestaan er in het geheim vrijescholen. Een mens ontwikkelt zich volgens de antroposofie in fasen van zeven jaren. Omdat de ontwikkeling van een kind niet stopt aan het eind van de basisschool, wordt er op de vrijeschool doorgeteld. Een brugklasser begint in klas 7. Tot in klas 10 zitten de havo en vwo-leerlingen bij elkaar. Tot volgend jaar heeft de havo ook zes klassen: op 17-jarige leeftijd hebben adolescenten meer zelfinzicht, om een keuze voor een vervolgopleiding te kunnen maken. 

Echt contact

Hoewel de naam van de school anders doet denken, is het onderwijs op de Vrijeschool heel gestructureerd en docentgestuurd. Zo staan bij binnenkomst en bij vertrek in de lessen de stoelen op de tafels. De docent staat bij de deur om de leerlingen te ontvangen, geeft ze allemaal een hand en heet ze persoonlijk welkom.  Als de leerlingen de stoelen aan het eind van de les weer op de tafels hebben gezet, vraagt de docent om stilte. Pas als het stil is, groet de docent de klas en kunnen de leerlingen het lokaal verlaten. Dit geeft rust bij vertrek en in de gangen.  Echt contact wordt belangrijk gevonden in de school. Daarom zijn mobiele telefoons zowel in de lessen als in de pauzes in het gebouw verboden. Rust en regelmaat als pedagogische voorwaarden voor veiligheid. Alleen in een veilige omgeving kom je tot leren.   

Authenticiteit

Een schooljaar op de Vrijeschool zijn verdeeld in dertien periodes van drie weken. De lessen tussen 9.00 en 11.00 uur zijn de zgn. ‘periodelessen’. Gedurende drie weken heeft een klas Nederlands over één thema, bijvoorbeeld over De Middeleeuwen en de Beatrijs. Deze stof wordt op een creatieve manier aangeboden en verwerkt, bijvoorbeeld in een toneelstuk of door een middeleeuws pop-upboek te maken. De docent mag ieder jaar zelf (binnen de landelijke kaders en de leerlijn van de school) bepalen hoe deze lessen worden ingericht. Zo krijgt niet alleen de authenticiteit van de leerling, maar ook die van de docent de ruimte en kunnen zijn/haar kennis en creativiteit eveneens verder tot wasdom komen.  

‘De leerling wordt beoordeeld op hoofd (cijfer), hart (inzet) en handen (verzorgdheid). Het feedback geven kost een docent veel tijd, maar je kijkt wel naar de hele mens. Dat doet een kind meer recht dan alleen een cijfer.’, vindt Graus. 

Hoofd, hart en handen

Als Nederlands geen periodevak is, krijgen de leerlingen ‘vakles’ Nederlands, vanaf 11.00 uur. Deze lessen duren 45 minuten. Wat de leerlingen in de vakles Nederlands leren is vergelijkbaar met de reguliere methodes Nederlands: lezen, schrijven, woordenschat, grammatica, spelling, spreken en gesprekken voeren. De vaklesperiode wordt afgesloten met een toets. Twee keer per jaar wordt daarnaast een referentietoets gehouden, om de ontwikkeling van de leerlingen te kunnen volgen. 

Het beoordelen van het werk van de leerlingen vindt plaats op basis van ‘hoofd, hart en handen’. Bij alle lessen op school, van astronomie tot aan wiskunde, worden periodes afgesloten met een periodeschrift. Er wordt nog veel met de hand geschreven, omdat het leerproces via schrift beter beklijft. Aan het einde van de periode lever je bij ieder vak je periodeschrift in, waarmee je aantoont wat je hebt geleerd, bij voorkeur geïllustreerd met eigen tekeningen. 

Ritme van de dag en de seizoenen

Volgens de antroposofie kun je niet de hele dag op ‘ontvangen’ staan. Daarom vinden vanaf 13.00 uur ook  creatieve vakken plaats. De leerlingen leren houtbewerken, koper slaan, zingen, kunst, toneelspelen, naaien en excursies in de natuur. Dit doen zij in klassen met gemengde jaarlagen, zodat leerlingen van en met elkaar kunnen leren en op een respectvolle manier met elkaar om leren gaan (hart). 

Gedurende het jaar bewegen de lessen mee met de seizoenen. De start van elk seizoen wordt er gevierd. In de herfst is er aandacht voor loslaten en naar binnen keren. In de winter is er aandacht voor verstilling. Bij het Nederlands vindt dit zijn weerslag in bijvoorbeeld de keuze voor literatuur en poëzie. In het voorjaar gaan de leerlingen fysiek naar buiten, bijvoorbeeld om de Mei van Gorter te declameren. In de zomer kunnen de lessen buiten plaatsvinden, op de grote picknickbanken of in het openluchttheater.

De docenten

De lat ligt hoog bij de vrijeschool: om de kinderen te faciliteren in hun ontwikkeling volgens het gedachtengoed van de antroposofie. Daarbij authentiek te willen werken. Te ademen met de seizoenen. Te willen voldoen aan de eisen, normen en verwachtingen die niet alleen de school zichzelf stelt, maar ook de inspectie en de ouders. ‘Het is intensief om docent te zijn op de vrijeschool, maar het is de mooiste manier om met je vak bezig kunnen zijn, omdat je het op je eigen manier mag doen!’, aldus Graus.

Lilian Boonstra

9 februari 2023